Wat veranderd er in 2021?

Geplaatst op: 5 januari 2021

Het kabinet meldde eerder deze maand dat werkenden er in 2021 op vooruit gaan; de modale inkomens, rond de 35.000 euro, het meeste, met een plus van 2 procent. Voor lagere inkomens is dat met 1,9 procent iets minder. De hoge inkomsten moeten het doen met een stijging van zo'n 1 procent, evenals mensen met een uitkering.

De uitgaven gaan vermoedelijk iets omhoog. Daardoor zou de koopkracht dit jaar gemiddeld 1 procent hoger zijn dan vorig jaar. Door de COVID-19-pandemie zijn deze voorspellingen echter nog onzekerder dan normaal.

Minder belasting op je inkomen

Het tarief in de lage schijf gaat iets naar beneden, van 37,35 procent naar 37,1 procent. Dit percentage geldt voor het inkomen tot 68.507 euro. Over het loon daarboven blijft het tarief 49,5 procent.

Hypotheekrenteaftrek daalt voor hogere inkomens

Het eigenwoningforfait daalt van 0,6 naar 0,5 procent, hierdoor betalen woningeigenaren minder belasting over hun woning, al is dit ook afhankelijk van de WOZ-waarde. Deze verlaging geldt alleen voor woningen tot 1.110.000 euro.

De maximale aftrek voor hypotheekrente daalt van 46 procent naar 43 procent in 2021. Deze verlaging geldt alleen voor mensen met een jaarinkomen boven de 68.507 euro. De komende jaren gaat de maximale aftrek telkens met 3 procentpunten omlaag.

Starters krijgen een zetje op de woningmarkt

Starters op de woningmarkt die jonger zijn dan 35 jaar hoeven geen overdrachtsbelasting meer te betalen als zij in 2021 een huis of appartement kopen. De versoepeling geldt vanaf eind maart uitsluitend nog voor woningen beneden de 400.000 euro.

Voor wie een woning koopt, maar er niet zelf in gaat wonen, stijgt de overdrachtsbelasting van 2 naar 8 procent.

Koppels en mensen met een studieschuld kunnen vanaf 1 januari een iets hogere hypotheek krijgen. Het inkomen van de partner telt voor 90 procent mee bij het bepalen van de maximale hypotheek. De studieschuld gaat minder zwaar wegen, omdat de rente op deze schulden is gedaald.

Gebruik van gas wordt duurder

In het voorbije jaar betaalden huishoudens nog 49,7 cent per kubieke meter gas. Dat wordt met ingang van dit jaar 52,5 cent, wat neerkomt op een verhoging van 2,8 cent per kuub.

Hogere bijtelling voor elektrische auto van de zaak

In 2021 is de bijtelling voor een auto van de zaak met uitsluitend elektrische aandrijving (dus geen hybride) 12 procent tot een cataloguswaarde van 40.000 euro, over de waarde daarboven betaalde je 22 procent.

Voor waterstofauto's of auto's met zonnecellen is de bijtelling 12 procent, ongeacht de aankoopprijs. De aanschafbelasting (BPM) voor auto's gaat omhoog. Hoe vervuilender de auto, hoe meer je betaalt.

Minder zelfstandigenaftrek voor zzp'ers

De zelfstandigenaftrek voor zzp'ers gaat verder omlaag. In 2021 bedraagt deze aftrekpost 6.670 euro. Wie als zelfstandige een BV heeft, kan profiteren van een lager tarief voor de vennootschapsbelasting. Dit gaat van 16,5 naar 15 procent. Bovendien blijf je in het lage tarief tot een winst van 245.000 euro.

Vermogensbelasting daalt voor mensen met kleinere spaarpot

Over een bedrag tot 50.000 euro wordt geen belasting geheven. Ben je met z'n tweeën, dan gaat het omhoog naar 100.000 euro.

Wie boven die bedragen uitkomt, moet daar in 2021 belasting over betalen. De tarieven bedragen 0,59 procent voor het vermogen tot 50.000 euro boven het vrijgestelde bedrag. Tot een miljoen betaal je 1,4 procent, daarboven 1,76 procent.

Postzegels, vliegtickets en brandstof worden duurder

De accijns op brandstoffen wordt verhoogd. Voor benzine komt er ongeveer 1,3 cent per liter bij, voor diesel betalen autorijders 1,8 cent meer. De heffing op lpg verandert nauwelijks. Over de accijnsverhogingen wordt ook btw geheven.

Om het vliegen te ontmoedigen, introduceert het kabinet de vliegtaks. Wie in Nederland het vliegtuig pakt, betaalt vanaf dit jaar per ticket 7,85 euro extra. Ook de kosten voor een postzegel gaan omhoog. Het zegeltje wordt 5 cent duurder.

Schenkvrijstelling

Vanwege de coronacrisis is de jaarlijkse schenkvrijstelling voor 2021 eenmalig extra verhoogd met € 1.000. De vrijstelling voor schenkingen van ouders aan hun kinderen bedraagt in 2021 € 6.604. De vrijstelling voor schenkingen aan derden, zoals aan kleinkinderen, bedraagt in 2021 € 3.244.

De schenkbelasting kent naast de jaarlijkse vrijstellingen nog enkele vrijstellingen. Zo kunt u eenmalig aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar belastingvrij € 26.881 schenken. In plaats daarvan kunt u ook, onder voorwaarden, voor een dure studie eenmalig € 55.996 of voor een eigen woning € 105.302 schenken. De vrijstelling voor een eigen woning van € 105.302 geldt ook voor schenkingen aan derden.

© 2024 - Ontwerp & Realisatie door FIZZ | Digital Agency