Advieswijzer Fiets van de zaak 2022

Geplaatst op: 22 maart 2022

In 2020 is de nieuwe bijtellingsregeling voor de fiets van de zaak van kracht gegaan. Dit bijtellingspercentage bedraagt 7%. Wat zijn de fiscale randvoorwaarden voor deze regeling, welk type fiets valt hieronder en hoe zit het met privégebruik?

Bijtelling voor de ter beschikking gestelde fiets

Eigendom van de werkgever

Voor de bijtelling van de fiets van de zaak geldt een forfait van 7% van de consumentenadviesprijs als de werkgever ‘ook voor privégebruik’ een fiets ter beschikking stelt aan de werknemer. Dit betekent dat de fiets eigendom blijft van de werkgever of door de werkgever wordt geleaset. Als de werknemer deze fiets gebruikt voor zijn woon-werkverkeer of voor zakelijke ritten, kan er voor die ritten geen sprake meer zijn van een onbelaste reiskostenvergoeding.

Eigendom van de werknemer

Het komt ook voor dat de werkgever een fiets aan de werknemer verstrekt of de kosten van aanschaf van een privéfiets vergoedt. In dat geval is de fiets eigendom van de werknemer. De verstrekking of vergoeding is dan belast loon. Via de werkkostenregeling kan de fiets belastingvrij worden verstrekt. Is er geen vrije ruimte meer, dan betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing.

De forfaitaire bijtelling voor privégebruik geldt niet als de fiets verstrekt wordt of als de kosten van aanschaf van een privéfiets vergoed worden. De werknemer gebruikt dan immers zijn eigen fiets voor zakelijke ritten en woon-werkverkeer. Hiervoor is een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer wél mogelijk.

Dga is werknemer

De regels voor werknemers gelden ook voor de dga van een bv. De dga wordt fiscaal gezien namelijk als werknemer aangemerkt. 

Ook voor de zelfstandig ondernemer

De waardering van het voordeel van een fiets van de zaak op 7% geldt ook voor zelfstandig ondernemers. Effectief werkt dit hetzelfde als voor werknemers, zij het dat de 7%-bijtelling in dit geval bij de winst wordt opgeteld. Voor ondernemers geldt dat het bedrag van de bijtelling nooit meer kan bedragen dan de totale kosten van de fiets in het jaar.

Wel of geen privégebruik

De forfaitaire bijtelling is niet van toepassing als de werknemer de (deel)fiets alleen voor zakelijke ritten gebruikt en dus niet mee naar huis neemt. Wordt de fiets ook voor woon-werkverkeer gebruikt, dan geldt er een wettelijke fictie: de fiets wordt geacht ‘ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld indien de fiets ook voor woon-werkverkeer ter beschikking is gesteld’. Of de fiets ook daadwerkelijk privé wordt gebruikt, is voor deze regeling niet belangrijk.

Definitie van een fiets

Er bestaat geen wettelijke definitie van een fiets. Voor de loonbelasting telt daarom als fiets wat in het gewone spraakgebruik als fiets wordt gezien. De elektrische fiets of e-bike doet daar dus ook automatisch in mee.

Gewone bromfietsen en snorfietsen vallen buiten de bijtellingsregeling voor fietsen. Wel valt door een wettelijke uitbreiding van het begrip ‘fiets’ in de loon- en inkomstenbelasting de speed-pedelec onder het forfait van 7%. Een speed-pedelec is een fiets met elektrische trapondersteuning met een maximale snelheid tussen de 25 en de 45 km per uur.

Fiscaal kunnen in deze regeling ook sportieve fietsen zoals een racefiets of mountainbike ingezet worden als fiets van de zaak.

Bijtelling over de consumentenadviesprijs

De in Nederland door de fabrikant of importeur publiek kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs geldt als uitgangspunt voor de waarde waarover de bijtelling van 7% wordt berekend. Als er voor de fiets geen consumentenadviesprijs bekend is, moet de consumentenadviesprijs van de vergelijkbaarste fiets gehanteerd worden.

Deze waarde geldt zowel voor een nieuwe fiets als voor een gebruikte fiets. 

Tip Het is daarom vaak aantrekkelijk de fiets na een aantal jaren door de werknemer in privé over te laten nemen. Dit mag dan namelijk tegen de dagwaarde. De bijtelling van 7% vervalt vanaf dat moment. Voor zakelijk gefietste kilometers, inclusief woon-werkverkeer, kan dan een onbelaste vergoeding van € 0,19 per km worden verstrekt. Daarnaast kan de werkgever voor de overnameprijs van de fiets desgewenst een renteloze lening verstrekken.

Investeringsaftrek

Op zakelijke, al dan niet ter beschikking gestelde fietsen kunt u in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Op elektrische bakfietsen en speed-pedelecs kan daarnaast de milieu-investeringsaftrek (MIA) van toepassing zijn. Die investeringsaftrek geldt ook bij operational lease, waarbij de leasemaatschappij de aftrek toepast.

Volgens code F3119 van de Milieulijst van 2021 komt de elektrische bakfiets in aanmerking voor 45% MIA en voor 75% willekeurige afschrijving. Het gaat daarbij om een bakfiets voor het vervoeren van goederen of personen, waarbij de aanschaf per bakfiets ten minste € 4.000 bedraagt. De MIA geldt dan ook voor een eventuele aanhangwagen, wisselaccu en oplaadstation. Daarnaast komt in 2022 de eerdergenoemde speed-pedelec in aanmerking voor 27% MIA en voor 75% willekeurige afschrijving.

Tip Om voor MIA en willekeurige afschrijving in aanmerking te komen, moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting(en) zijn aangemeld bij de RVO.

 

Vragen? Neem gerust contact met ons op.

© 2024 - Ontwerp & Realisatie door FIZZ | Digital Agency